 
Opladen en ontladen
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij 
kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar 
na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de oplaadtijd 
aanzienlijk korter is dan gebruikelijk, vervangt u de batterij. 
Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd 
en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die door 
Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u 
de batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk 
dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens 
opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet 
gebruikt. Houd niet een volledig opgeladen batterij 
gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij 
kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een 
volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze 
na verloop van tijd automatisch ontladen.
 
I n f o r m a t i e o v e r d e b a t t e r i j
74
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten 
duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt 
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze 
bestemd is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. 
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen 
voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact 
maakt met de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen 
van de batterij. (Deze klemmen zien eruit als metalen 
strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een 
reservebatterij in uw zak of tas hebt. Kortsluiting van de 
poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan 
het voorwerp waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af 
wanneer u deze in extreem warme of koude temperaturen 
bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in de 
vrieskou). Probeer de batterij altijd te bewaren op een 
temperatuur tussen 15°C en 25°C (59°F en 77°F). Een 
 
I n f o r m a t i e o v e r d e b a t t e r i j
75
apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende 
bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij 
volledig is opgeladen. De batterijprestaties zijn beduidend 
minder in temperaturen onder het vriespunt.
Gooi batterijen nooit in vuur omdat ze daardoor kunnen 
exploderen. Batterijen kunnen ook exploderen in geval van 
beschadiging. Verwerk batterijen in overeenstemming met 
de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in 
voor recycling. Batterijen mogen nooit bij het huishoudafval 
worden gegooid.
Ontmantel of sloop de geheugencellen of batterijen niet. 
Als een batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de vloeistof 
niet in contact komt met de huid of ogen. Als dat toch 
gebeurt, moet u uw huid en ogen onmiddellijk met water 
uitspoelen of medische hulp zoeken.
 
I n f o r m a t i e o v e r d e b a t t e r i j
76
■